Rotterdamse ‘wollige grasmaaiers’ genieten van nieuw onderdak
Van het voorjaar tot het najaar zwerven Martin Oosthoek en medewerkers met kuddes schapen door Rotterdam en omgeving. Winterdag moeten de 1.250 dieren onder dak om te schuilen en af te lammeren. Tussen de snelwegen A13 en A16 vond hij plek om een nieuwe serrestal te bouwen.
Wie in de zomer door Rotterdam rijdt of fietst, kan best een kudde van 250 schapen zien lopen in en rond de stad. De dieren fungeren als levende grasmaaiers en landschapsonderhouders en worden gehoed door herders van Oosthoek Landschapsbeheer.
Martin Oosthoek is eigenaar en founding father van het bedrijf. Hij startte in 2007 en kon eerst onder dak in de kassen bij een tuinder aan de rand van Rotterdam. ‘Die waarschuwde mij tijdig dat ik ook moest wijken als de stad hem opslokte.’ Toen dat moment gekomen was, zocht Oosthoek een nieuw onderkomen in de Schieveense Polder. Dat is de regio waar hij de meeste terreinen beheert en op een andere locatie ook een beleefboerderij met restaurant beheert.
De ondernemer zette voor nieuwbouw in op een serrestal. ‘Tijdens de huisvesting van de schapen in de kas, ondervond ik het enorme genot van het continu invallende zonlicht. Ik geloof echt dat de dieren en wij daar baat bij hebben. En de strovloer droogt veel sneller en mooier bij continu inval van zonlicht.’
Precies tussen de snelwegen
Na een pittige en lastige zoektocht in de Schieveense Polder, stuitte de ondernemer op een terrein waar eerder geboerd was en nu eigendom van de Gemeente. Eddie Lamberts van Rombou kreeg van Oosthoek het verzoek om op dit terrein vergunningen te regelen om een serrestal van 3.200 M² te kunnen bouwen. Deze stal moest permanent kunnen blijven staan. Dit slaagde de afgelopen jaren en uiteindelijk verzorgde Lamberts daarbij onder ander de aanmeldnotitie MER-beoordeling, de omgevingsvergunning beperkte milieutoets (Obm), de milieumelding en de ruimtelijke onderbouwing op ten behoeve van de realisatie van het project. ‘De oude gebouwen waren niet geschikt, maar een nieuwe serrestal past op deze locatie, tussen de snelwegen, precies’, vertelt Lamberts.
‘Zelf inlezen te tijdrovend’
De 3.200 vierkante meter vloeroppervlak is ruim genoeg voor de koppel van 1.250 schapen. ‘Ik verwacht niet meer te mogen groeien in aantallen dus heb ik bewust ingezet op voldoende ruimte’, vertelt Oosthoek die heel bewust Lamberts bij de zoektocht en procedure betrok. ‘Voor ik mij in alles ingelezen heb qua de regels en procedure voor een vergunningsaanvraag, ben ik veel te veel tijd kwijt. Eddie en zijn collega’s kennen de regels goed. Ook nog eens veel beter dan de Rotterdamse ambtenaren. Dat helpt en heb je nodig.’
Zelf steekt Oosthoek liever zijn energie in zijn bedrijf en de begeleiding van de schapen met lammeren. Medio maart is het aflammeren zo’n beetje volledig achter de rug en kunnen de dieren de voorjaarszon in te weiden. In groepen van maximaal 250 dieren vormen ze ook dit jaar weer de natuurlijke grasmaaiers van Rotterdam en omstreken.